Vrouwe Lenie Anna. Zo heet ons motorschip waarmee we, Jaap, Frieda en onze scheepskat Blacky door Europa varen.Onze boot is 11 meter lang en 3,3 meter breed en heeft een waterverplaatsing van 18 ton.Verder ontbreekt het ons niet aan luxe. Aan boord bevindt zich een douche, volledig ingerichte keuken met oven, salon met TV en hifi, eethoek, stuurhut,slaapkamer(tje)en....CV.Onze hoofdmotor een dieselmotor Daf 575, en de boegschroef een 8pk electro-motor.Plus aggregaatje voor eigen electra.


dinsdag 28 juni 2011

23 - 28 Juni Toul/Maron/Liverdun/Pompey

23 Juni - Twee kilometer voor Maron. Gekozen voor richting Epinal dus, en we hebben inderdaad die visplek gevonden. Ergens aan een wal met alleen maar groen om ons heen. In de verte hoor je slechts een enkele auto rijden, verder alleen maar het geluid van vogels. Nu die snoekbaars nog.

24 Juni Vlakbij Maron


Die snoekbaars werd het niet, misschien vandaag? Trouwens een echte grote vis wil Jaap voorlopig niet vangen. Waarom niet? Omdat hij gisteravond tijdens het onthaken van een prachtige (op maat voor de rookoven) ruisvoorn zijn visnet verspeelde. Floep zo de Moezel in! Ik heb nog even geprobeerd via de pikhaak het ten ondergaan van zijn mooie schepnet te stoppen, maar was te laat. Toen nog een poging gedaan met een dreganker, echter ook dat hielp niet. ‘t Was en bleef weg. Dus nu alleen nog zijn kleine schepnet en straks ergens een nieuwe, grotere kopen.
We liggen in een stralende zon  (eindelijk weer), wakker te worden. En de voorspellingen zijn ook niet mis. De komende dagen worden temperaturen van ruim 30 graden hier verwacht.

25 Juni “Maron”

Het werd een echte visdag gisteren. Dan maar zonder groot schepnet, tot nu toe bleven het kleine voorns, en die passen prima in het kleinere net. En net zit je dat zo te bedenken, roept Jaap, terwijl ik lekker in het zonnetje op windstil plekje, een boek zit te lezen: “Frie kan je even helpen…?’
“Ik heb beet, een grote denk ik, of toch niet…”En zo stond ik daar met het te kleine net, en maar hopen dat indien het een grote was, hem zo in een keer erin zou kunnen scheppen. Vaak is een tweede poging niet meer mogelijk, aangezien een vis een laatste snelle actie doet en de lijn dan daardoor breekt. En weg is die dan, terug naar de vrijheid.
“Ja hij zit er nog aan!” en dan zien we een monster van een vis. Een echte meerval. Maar wat een sloom beest is dat. Niks actie, gewoon blijven hangen aan de haak en ik kon hem daardoor heel rustig in een zwaai zo in het netje geschept krijgen, passend! Wel geheel opgerold, maar hij lag er in! Voor in de pan? Nee de rookoven!




En dat is helemaal gelukt. Hij smaakte heerlijk. Het is een vette vis, nog nooit gegeten voor zover wij weten, en kan dus daadoor prima gerookt worden.

’s Middags zijn we nog naar het dorpje zelf (Maron) gefietst. Frie mocht weer even flink op de pedalen, toch even wat anders dan dat vlakke Nederland. Maar het lukte. Het dorpje Maron was best aardig om te zien. Vooral de wasplaats achter de kerk. Uit 1730, zoals op een steen in de trap er naartoe stond gebeiteld.

Vanmorgen vissers op de Moezel gezien, die wel heel erg grote dobbers aan hun hengels hebben hangen. Lijken wel kegels van een kegelbaan..

Nog geen echt zonnetje gezien tot nu toe, maar de voorspellingen voor dit weekend zijn prima.

 

Zo houden we het hier nog wel even uit……



26 Juni “Maron”

Het is nog niet zo heel veel, maar een beginnetje is gemaakt. Bramen in wekpot! Langs de waterkant staat hier en daar nog een restje braamstruik. Het grootste gedeelte is de afgelopen dagen weggemaaid. En wat er over was stond vol met rijpe, toch redelijk grote, bramen. Een paar dames, duidelijk met een wandeling bezig, stopten even en kwamen kijken wat ik aan het doen was. “Ah, déjà des mures? “  Zo heb ik gelijk twee nieuwe franse woorden bijgeleerd. “Mur” is rijp en mures zijn bramen. Wat er verder volgde in het gesprek, kon ik geen touw aan vast knopen. Een ding wel, ze vonden het wat vroeg en toen riep een van de twee naar mij, met een gezicht dat ze het helemaal begreep, ik nog steeds niet, “Ah pour la confiture.” waarop ik maar ja geknikt heb. Lachend vervolgden ze hun weg. Misschien wel om mijn outfit. Ik had me behoorlijk beschermd tegen de stekels, laarzen aan, een kort stevig glad jasje aangetrokken en een grote stok waar ik me op de schuine wal staande kon houden. En aan die stok hing een plastic om de bramen in te verzamelen.
Jaap heeft er een motor-onderhouds-dag van gemaakt. Daarom alleen al ben ik mijn heil voor een heel poosje buiten de boot gaan zoeken. Overal luiken en laden open en waar je kon kijken lag er gereedschap. Ik heb geen griezelige verhalen over de techniek gehoord, dus was het smeer, draai en kijken of… etc. alles het goed deed.
Wel nog aan het eind van de dag een hengel uitgezet. Niet actief vissend, zo van binnen uit af en toe naar het lijntje kijken of er beweging in zat. Tot het moment dat ik hoorde: “Mijn hengel is weg?” Hartkrampen kreeg ik, ik denk ook dat nog. Visnet weg en nu zijn hengel? Nee gelukkig niet, maar er zat wel een grote vis aan! Een Brasem. Niet voor het diner! Snel ik het schepnetje gepakt, en mooi dat hij er in keer in zwiepte.  En even later zie ik, bijna niet te geloven, ook dit schepnet langzaam wegdrijven……Ik neem een duik, net ver vergenoeg om het van zijn ondergang te kunnen redden. Nu wist ik ook waardoor die andere op de loop was gegaan. Ik Jaap gevraagd of hij het verhaaltje van die ezel en die steen kende…… Vond hij niet leuk!


27 Juni Liverdun

Het is dat op de vaarkaart het precies staat aangegeven waar het is, anders zou je dit schattige aanlegplekje totaal missen. Vanaf de vaarweg is dit totaal onzichtbaar. Een piepklein binnenmeertje. Stampvol met waterplanten, als er bij de ingang niet de aangegeven vaardiepte had gestaan, zou bij ons geen haar op ons hoofd zijn, die er  aanzou denken om er in te varen. Wat een plaatje.

Maar ook wat heet! 34 Graden en misschien wel meer. Geen enkel zuchtje wind te voelen. Blacky had het dan ook slecht, bekje open en een beetje extra adem happend. Geprobeerd om hem op het achterdek te krijgen, daar is het beter, maar het enige wat hem interesseerde was, hoe hoog zou het zijn vanaf het achterdek naar beneden te springen. En dat was nou net niet wat wij wilden, dat hij zou kunnen gaan doen.

En het avondeten, barbecue, was pas tegen negenen. En verder slecht geslapen. Het koelde wel af, maar niet genoeg.


Jaap is achter gaan slapen, onder het open achterraam. Daar om zoveel mogelijk te kunnen profiteren van de nacht afkoeling. Niet dat hij echt goed heeft kunnen slapen verder, want de hele nacht heeft hij alleen maar naar grote plonzen moeten luisteren en niet kunnen ontdekken waarvan dat kwam. Ja waarschijnlijk vissen, maar wat voor?

 

’s Morgens zagen we, welke vissen dit geluid veroorzaakten. Karpers en wat voor. Gigia grote! En met tientallen tegelijk aan het paaien.
Liverdun is een mooie oud vestingstadje.

 


Jaap heeft er een klein stukje tijdens zijn zoektocht naar een bakker, wat van gezien. Ik niet. Op de fiets in die hitte? Lekker stil zitten en wachten tot het overgaat, vond ik het beste wat er te doen viel gisteren.

28 Juni Pompey



Nog net zo heet als gisteren. Maar minder lang gevaren en daardoor de boel eerder open kunnen zetten en maatregelen om de zon buiten te kunnen houden, genomen. Ook deze aanlegplek, toen we aankwamen nog helemaal onbezet, is prachtig  Met een uitzicht op de splitsing van de Moezel naar Metz of naar Nancy. In de sluis hiervoor vroeg de sluiswachter waar we heengingen. Om de volgende sluiswachter vast in te seinen, dat we eraan kwamen? Ik denk In ieder geval dat hij ons goed begreep, want hij maakte een kruisbeweging met zijn armen toen wij Pompey noemden en daarop: “Oui”konden antwoorden.
“Et demain?”
“Nancy!”
“Bon voyage.”
“Merci,” heerlijk zo’n conversatie, hopen we nog heel lang te kunnen doen.