Vrouwe Lenie Anna. Zo heet ons motorschip waarmee we, Jaap, Frieda en onze scheepskat Blacky door Europa varen.Onze boot is 11 meter lang en 3,3 meter breed en heeft een waterverplaatsing van 18 ton.Verder ontbreekt het ons niet aan luxe. Aan boord bevindt zich een douche, volledig ingerichte keuken met oven, salon met TV en hifi, eethoek, stuurhut,slaapkamer(tje)en....CV.Onze hoofdmotor een dieselmotor Daf 575, en de boegschroef een 8pk electro-motor.Plus aggregaatje voor eigen electra.


dinsdag 19 juli 2011

18 Juli Sarreinsming en 19 Juli Sarreguemines

Met de nodige kilo’s Kwetsen (pruimen) kwam hij terug. Onrijp, dus eerst nog even laten liggen.
Het Saarkanaal is geen prettig kanaal om te bevaren. Het is er erg ondiep, gegarandeerd op 1,50 meter water, wat met onze 1,10 meter diepgang niet veel is. De pieptoon van onze dieptemeter hebben we dan ook maar uitgezet. En als je iemand tegen komt wordt je niet blij, want dan ga je de kant in ergens tussen de rietpollen en maar hopen dat je schroef heel blijft. Het geknars van stenen onder de boot hebben we al een keer mee moeten maken. Nee vrolijk word je er niet van. Bovendien is het door de rietplanten tot in het midden van de vaargeul soms hier en daar behoorlijk smal en dan hebben het nog niet over de schuine betonnen wanden, die soms griezelig snel aan de oppervlakte van het water zichtbaar worden.  En je het gevoel geven breder dan deze badkuip te zijn.

 

 

18 Juli Sarreinsming

Bij een oude watermolen aan een steiger die blijkbaar door een aantal stevige rukken aan de bolders zichtbaar van een aantal planken is ontdaan. Echt stabiel ziet het er niet uit. Zal wel een lijntje extra worden aan een van de palen van de plaatselijke informatieborden hier.

 

19 Juli Sarreguemines

Vandaag gaan we naar Sarreguimes, een grotere plaats waar we gaan wassen, de was doen bedoel ik. De wasmand zit tot aan z’n nek toe vol.

Gistermiddag nog iets van het dorpje hier bekeken. Het lijkt al echt op Duitsland, alleen al omdat de huizen er zo netjes verzorgd uitzien. Het lijkt wel of het de Fransen zelf niet interesseert, de buitenkant ziet er over algemeen rafelig uit. Hoe het binnen is weten we niet.

We zijn nog in de plaatselijke kerk hier geweest, ze hebben er mooie gebrandschilderde ramen, ramen die in een ruitjes patroon bewerkt zijn. Niet echt glas in lood zo te zien. Ik geloof dat ik een jaartal 1927 in heb zien staan. Dus niet oud.

De weg er heen was ongelooflijk steil, je moet er veel voor over hebben als je oud ben en je wil naar de kerk Zondags…..

Vlakbij daar was de bakker, dus zag ik Jaap vanmorgen niet de fiets pakken, maar ging lopen. Het weggetje, trouwens het hele dorpje, is zo steil gebouwd, dat als het hier sneeuwt of ijzelt en je staat ergens in de buurt van de kerk, je in een onbewaakt ogenblik in een paar minuten beneden bij het kanaal bent. Op je gat dan!

Op het informatiebord zagen we, betreffende het fietspad hier, twee opvallende teksten staan. Je mag er ’s nachts niet fietsen, en kinderen van beneden de 12 jaar wordt ontraden niet zonder begeleiding hier te lopen. Je gaat er meteen van alles bij bedenken….

 

Komen we aan bij Sarreguemines, sluis 27, lees ik dat het ook een station van de VNF is, waar je vignetten kan kopen. Vignet is vergunning om in Frankrijk te mogen varen. Komt er een meneer naar ons schip gelopen en staat de naam van onze boot te spellen en op te schrijven. Waarop ik denk dat het een controle is van onze vergunning, meer niet. Ik wil hem op foto vast leggen, begint hij in het Duits te vertellen dat we hiervoor veel te hard hebben gevaren. En dat het bij een waarschuwing blijft. Te snel? Waar dan? Bij sluis 23 naar 24. Ik had dat niet zo snel paraat, want dan had ik kunnen zeggen: gisteren? Had ik weleens willen horen wat hij daar op geantwoord zou hebben. Ik noteer alle tijden en over dat stukje, wat niet meer is dan krap 2 en een halve kilometer, hebben we een half uur over gedaan. Hoezo snel? En waarom ik me zo als door een wesp gestoken voelde, omdat Jaap vanmorgen dat uurtje varen met een snelheid had gedaan van amper meer dan stationair. We hadden geen haast en het was nog net mooi weer, en het zou gaan regenen en dus zaten we, wat nog kon,lekker van het zonnetje te genieten. Dus ik kon me op geen enkele manier voorstellen dat we zelfs te hard gevaren zouden kunnen hebben. De sluis uit? Dat doen we zeker niet, want daar kennen we de gevolgen van, namelijk het systeem ziet ons dan niet en ligt het hele sluizennet PLAT! Eens maar nooit weer!!!

  

Maar Jaap remde me af, ik had wel zin in een robbertje woord-vechten, is die nou helemaal van de ……. Die VNF-er bedoel ik, niet Jaap. Jaap had ongetwijfeld gelijk, je wint toch zo iets niet. Ik was zelfs bereid om dan mee op zijn Computer te gaan kijken, want daarop had hij ons gezien en  was ik wel heel benieuwd wat hij überhaupt ziet varen. Een stip of een geel schip???? En de vraag die ik ook wou stellen of het om ‘gisteren’ ging heb ik dus jammer genoeg niet kunnen doen.

Intussen na een rondje stad gedaan te hebben, zitten we een beetje uit te puffen op de boot. Het is broeierig warm, ondanks de regen buiten. Op een droog moment zijn we op zoek gegaan naar een Wasserette.

 Volgens een platte grond slechts anderhalve kilometer hiervandaan. De bewuste straat begint hier vlak om de hoek en op nummer 116 zou er eentje zijn.

 

Hijgend en puffend boven op de berg aangekomen, ben ik op een muurtje gaan zitten, aangezien het daar weer naar beneden ging en we in geen velden of wegen die wasserette konden ontdekken. En we zaten bij nummer 59! Jaap heeft wel een verdere poging gedaan, ik denk dat die geschatte afstand toch echt wel “ietsje”meer geweest is. Hij heeft hem gevonden maar we gaan er niet heen om te wassen. Ik kon me niet voorstellen dat met zo’n grote haven er niet eentje vlakbij zou zijn. Zo teruglopend zagen we een bordje met Tourist info en…..ja hoor, vlakbij is er inderdaad een Wasserette. Dus die zal wel worden morgen.

Intussen liggen we op een prachtig stekkie, wel lawaaierig.