Vrouwe Lenie Anna. Zo heet ons motorschip waarmee we, Jaap, Frieda en onze scheepskat Blacky door Europa varen.Onze boot is 11 meter lang en 3,3 meter breed en heeft een waterverplaatsing van 18 ton.Verder ontbreekt het ons niet aan luxe. Aan boord bevindt zich een douche, volledig ingerichte keuken met oven, salon met TV en hifi, eethoek, stuurhut,slaapkamer(tje)en....CV.Onze hoofdmotor een dieselmotor Daf 575, en de boegschroef een 8pk electro-motor.Plus aggregaatje voor eigen electra.


dinsdag 16 augustus 2011

14-15-16 Augustus Bullay/Senheim

Kwart voor tien en al een eerste wesp binnen. Sinds ik voor een tweede keer gestoken ben door zo’n kreng, gisteren bijna weer, maar hij was te versuft om te gaan reageren toen ik een tafeltje pakje en hij een beetje klem kwam te zitten tussen mijn vinger en het tafelblad. Tegenwoordig pas ik extra op. Want wat een last heb ik van die tweede wesp gehad. Dikke arm en dagenlang krankzinnig makende jeuk. Zo ernstig dat we uiteindelijk een apotheek hebben opgezocht, en cortisone zalf hebben gekregen. Een dag of vijf was ik er mooi “zoet” mee.

 

Sinds we een boek over de Moezel in Neumagen bij de Captainerie gekocht hebben, met vaarkaarten en heel veel gegevens over mogelijke aanleg plaatsen erin,  vinden we de meest mooie, lees: gratis, plekken. Aan steigers met de mooiste panorama’s, 1 slingerende rivier tussen hoge wijnbergen.

De sluis Sankt Aldegund was ook, net als vele hiervoor, zeer meewerkend. We kwamen aan en vroegen of we geschut konden worden. Daar zeggen ze geen ja of nee op, maar je hoort wel hoelang of waarop je moet wachten. Wij kregen te horen dat we mee konden als er nog een schip “zu Tal” zou gaan, en anders alleen. Kort daarop kwam nog een plezierboot en jahoor, GROEN! Alles bij elkaar duurde het ongeveer driekwartier. Een uurtje verder, na twee aanlegsteigers als “te zwak voor ons” betiteld te hebben zijn we de haven van Senheim in gevaren. Een prachtige beschutte haven. Heel wat anders dan de laatste steiger bij Bullay. Een H-steiger, die meters verschoof, met ons eraan, als een vrachtvaarder voorbij voer. Vooral stroomopwaarts. Eigenlijk af en toe best een beetje eng.


Deze haven is in combinatie met een camping met als titel “Das Hollandische Hof”. En dat is het, je kan er gewoon met Nederlands terecht bij de havenkantoor. Op camping  zijn de meeste auto’s ook uit Nederland.

We hadden wel een wat irritante verrassing bij onze aanmelding. We moesten onze bootpapieren, oa eigendomsbewijs (ICC), aan ze tonen. Nog nooit meegemaakt. Ik had al eerder zoiets gehoord, maar dacht dat dit incidenteel was en omdat die mensen daar waarschijnlijk aanleiding toegaven. Op mijn vraag waarom dit hier zo gold, kregen we een heel verhaal over een rechtszaak die geheel anders verlopen zou zijn als men wist wie de eigenaar van een bepaald schip was die schade had gemaakt aan…dat heb ik niet begrepen. Ik had er de pest in, ik voelde me ook als boef behandeld.
Ach maar even, zeker toen ik ontdekte dat mijn “Schitzel” in de buurt was. In het plaatselijke “Schnitzelhaus”. Dus meteen het een en ander geregeld om daar ’s avonds aan te kunnen schuiven.
Wat Jaap later tijdens het eten, die nog steeds een beetje zat te morren over die “papier kwestie”, in keer een goed humeur opleverde, was het zien van een groot, damhert grazend bij de wijnstruiken. Het hele terras in een keer allemaal achterstevoren en ook kijken. Hij bleef daar tijden grazen en even toen we niet opletten, was die verdwenen. We hadden graag gezien waarheen. Jaap nog steeds turend, ontdekt niet veel later drie herten, die geen herten bleken te zijn, maar Moeflons! Een mannetje plus twee vrouwtjes. Ze sprongen met z’n allen als geiten, en dus dachten we, misschien zijn het wel Gemzen. Maar later, toen we terug op de boot waren, bleken het toch inderdaad Moeflons te zijn. Wie verwacht zoiets…… Staan ze nou binnen een hek of lopen die hier in het wild?